© Jos Creusen
RIKUO
Deze
geschiedenis
begint
niet
in
Japan,
doch
in
de
USA.
Mede
door
de
sedert
1917
goede
exportresultaten
van
Indian,
de
concurrent
van
Harley-
Davidson
durfde
H-D
het
in
1924
aan
om
een
2e
export
naar
Japan
op
te
starten.
Dit
ondanks
een
mislukte
start
in
1922
middels
de
firma
Nippon
Jodoshe
K.K.,
welke
door
Charles
Cable,
zijdens
Harley-Davidson
was
uitgezocht.
De
import
in
Japan
werd
vanaf
1924
uitgevoerd
door
de
firma
Sankyo
Seiyaku
Pharmaceutical
Company
(een
firma
voor
fabricage
van
medicinale
apparatuur).
Richard
A.
Child,
een
fanatiek
Harley-rijder
was
verantwoordelijk
voor
het
ontslag
van
Cable
en
de
overgang
naar
Sankyo.
Vermeldenswaardig
is
ook
dat
Child
altijd
zelfstandige
was
en
nimmer
een
arbeidsverhouding
met
Harley
had.
Mede
door
de
geslaagde
doorstart
werd
Child
algemeen
directeur
bij
Sankyo
en
het
duurde
niet
lang
en
het
Japanse
Leger,
in
het
bijzonder
de
marine
en
politie
werden,
mede
door
het
goede
verkoopnet
van
Sankyo,
in
grote
getale
voorzien
van
Harley's.
Werden
in
de
beginjaren
volledige
motorfietsen
geïmporteerd.
Vanaf
1929
werden,
als
gevolg
van
de
gigantische
devaluatie
van
de
Amerikaanse
dollar
ten
opzichte
van
de
Japanse
Yen,
om
invoerrechten
te
sparen
de
Harley's
in
onderdelen
ingevoerd.
De
assemblage
gebeurde
bij
Sankyo
Seiyaku.
De
assemblage
betrof
nagenoeg
uitsluitend
de
H-D
1200VL
zijklepper.
Daarenboven
kregen
deze
motoren
nog
een
additioneel
kenteken:
VFE. Deze afkorting stond voor “Vehicle of Far East”.
Door
de
Japanse
assemblage
kon
de
Harley
weer
terrein
goedmaken
ten
opzichte
van
andere
Japanse
merken.
Desondanks
bleef
de
Harley
vrij
duur.
Ook
bij
Harley
in
de
USA
liep
als
gevolg
van
de
recessie
de
productie
hard
achteruit.
In
1932
wist
Child
het
bestuur
van
Harley
te
bewegen
de
licenties
aan
Japan
te
verkopen.
Met
de
blauwdrukken
en
mallen
van
350,
500,
750
en
1200cc
modellen
in
bezit,
de
hulp
van
verkoopleider
Harry
Devine
van
Harley
en
een
niet
kleine
financiële
injectie
van
Sankyo
Seiyaku
stichtte
Child
een
motorfabriek
in
de
plaats
Shinagawa.
Deze
dochteronderneming
van
Sankyo
Seiyaku
kreeg
de
naam
Sankyo
Nainenki.
Gestart
werd
met
de
licentieproductie
van
de
H-D 1200VL en de H-D 750R.
De
samenwerking
tussen
Sankyo
Nainenki
en
Child
stopte
in
1935
toen
Child
de
overname
van
de
licenties
van
de
met
vele
kinderziekten
bekendstaande
H-D
Knucklehead
probeerde
door
te
duwen.
Child
startte
daarop
een
eigen
verkoopfirma
genaamd
Nichiman
Harley-Davidson
Sales
in
Tokyo.
Vanaf
dat
moment
voelde
Sankyo
zich
niet
maar
aan
de
naam
Harley-Davidson
gebonden.
De
naam
Rikuo
was
geboren.
Over
Child
valt
nog
te
vermelden
dat
deze
in
1937
met
een
gouden
handdruk
door
de
Japanse
regering
indringend
werd
verzocht
Japan
te
verlaten.
De
naam
Rikuo
is
een
samenvoeging van 2 symbolen uit het Japanse Kangi-schrift.
Het
eerste
symbool
uitgesproken
als
“Riku”
betekent
land
en
het
tweede
symbool
uitgesproken
als
“Oh”
betekent
Koning.
De
totale
betekenis
is
derhalve
te
lezen
als
Koning
van
het
Land.
Vermeldenswaardig
is
dat
ik
mij
uit
de
beginjaren
70
nog
een
folder
herinner
van
Harley-Davidson
met
de
slogan:
„Harley,
King
of
the
Road“.
Wie
kopieert
nu
wie?
Op
basis
van
de
H-D
1200VL
verscheen
in
1937
onder
leiding
van
chef-ingenieur
Sakurai
van
Kuro
Hagane,
een
eerste
eigen
ontwikkeling,
weliswaar
met
een
onveranderd
motorblok,
genaamd
97.
Opvallend
waren
het
zeer
zware
frame
en
en
een
grotere
voorvork.
De
grondspeling
was
duidelijk
groter
geworden.
Het
model
was
onmiskenbaar,
samen
met
het
door
Sakurai
ontwikkelde
zijspan
ontwikkeld
voor
de
oorlogsvoering.
In
1937
werd
als
gevolg
van
een
gigantisch
order
van
het
Japanse
leger
een
deel
van
de
productie ondergebracht bij de firma's Jidosha en Mazda (juist, ja de autofirma).
Nagenoeg
alle
motorfietsen
van
Rikuo
werden
in
de
aanloop
naar
de
oorlog
verkocht
aan
het
leger
en
de
politie.
Tijdens
de
oorlog
mocht
in
het
geheel
geen
Rikuo
aan
de
normale
consument
verkocht
worden.
Alles
diende
de
mobilisering
te
wijken.
Nagenoeg
de
gehele
productie
van
Rikuo's
tijdens
de
Tweede
Wereldoorlog
had
drie
wielen,
zij
het
als
zijspancombinatie
of
als
zogenaamde
service-car
de
750RD.
Momenteel
zou
je
trike
zeggen.
Alle
modellen
hadden
een
achteruit-versnelling.
Naast
de
motorenproductie
maakte
Sankyo
Nainenki
tijdens
de
oorlog
ook
torpedo's.
Ten
gunste
van
de
torpedofabricage
werd in 1941 de motorfietsproductie stilgelegd.
Na
de
oorlog
lag
de
infrastructuur
van
Japan
kompleet
in
puin.
De
roep
naar
goedkoop
transport
(twee-
en
driewielers
met
motor)
was
gigantisch.
Mede
door
dit
gegeven
werd
door
Sankyo
de
productie
in
1947
van
Rikuo
weer
ter
hand
genomen.
Na
een
productie
van
een
minimale
productie
van
300
motor
fietsen
werd
de
naam
Rikuo
alsmede
alle
mallen en montage apparatuur in 1950 overgenomen door Showa Aircraft.
Daar
Japan
verliezer
was,
mochten
zij
in
de
na-oorlogse
jaren
geen
oorlogtuig
meer
fabriceren.
Showa
Aircraft
had
een
lege
fabriek
en
een
grote
groep
gekwalificeerd
personeel
echter
geen
werk.
Zij
zagen
er
wel
brood
in.
Sankyo
heeft
ondanks
de
verkoop
van Rikuo nog een korte tijd motorfietsen geprodu ceerd en wel onder de naam Sankyo.
Onder
Showa
vlag
werd
in
1950
de
Rikuo
1200VFD
met
springervoorvork,
alsmede
de
zijspan-uitvoering
1200VFD-LTS
gelanceerd.
In
1952
ziet
een
750RO
met
zijklepmotor
het
daglicht.
Deze
wordt
in
1953
afgelost
door
de
750RQ
met
aluminium
cilinderkoppen
en
een
hydraulische
voorvork
(gelijk
aan
de
H-D
Hydra
Glide
uit
1948).
Een
nieuw
model
750RT
met
kompleet
aluminium
motorblok
en
dry-sump
smering
werd
vanaf
1954
gebouwd.
Een
kopie
van
de
H-D
Duo
Glide
genaamd
750RX
werd
zonder
de
noodzakelijke
licenties
vanaf
1955
geproduceerd.
In
het
begin
kon
Rikuo
zich
op
de
Japanse
markt
door
de
goede
kwaliteit
goed
handhaven.
Zij
waren
zelfs
beter
als
de
Harley's die op dat moment in de USA werden gebouwd.
Doch
uiteindelijk
bleek
de
dure
Rikuo
te
duur
voor
de
naar
goedkoop
transport
zoekende
Japanner.
Ook
de
overgang
naar
de
zoge
naamde
Baby-modellen,
genaamd
Glory
met
250
(F
en
FB)
en
350cc
(A,
AB
en
AC)
konden
het
tij
niet
meer
keren.
Alle
Glory-
modellen
waren
kopieën
van
BMW
mono-modellen.
Of
Rikuo
(Showa)
hiervoor
licenties
had heb ik niet kunnen vinden.
Andere
motorfietsproducenten,
soms
niet
groter
als
een
garagebox
konden
veel
goedkoper
produceren.
De
parallel-twin
zou
in
die
jaren
de
Japanse
markt
definitief
overnemen.
Eind
1958
stopte
de
productie
van
onderdelen.
Uit
de
bestaande
voorraad
konden
tot
1960
nog
een
paar
nieuwe
Rikuo's
gemaakt
worden
voordat
de
poorten
in
1960
definitief
sloten.
Sankyo
Seiyaku
Pharmaceutical
Company
is
ondertussen
gefuseerd
met
de
toenmalige
concurrent
Daichii
en
is
weer
terug
bij
de
oorsprong
waar
zij
goed
in
waren:
de
productie
van
machines
en
preparaten
voor
medicinaal
gebruik.
Website:
www.daiichi-sankyo.nl
Showa
Aircraft
bestaat
heden
ten
dage
ook
nog.
Zij
bouwen
echter
geen
vliegtuigen
meer,
doch
bedrijfsauto's
en
pakwagens
gespecialiseerd
voor gebruik op vliegvelden. Website:
www.showa-aircraft.co.jp